De open dagen beloven bijzonder te worden met de komst van de Blue Angels. De Amerikaanse marinevliegers geven in hun F-18 Hornet gevechtsvliegtuigen de ultieme Amerikaanse show ten beste. Het is de enige keer dit jaar dat de Angels de oceaan oversteken. De laatste keer dat ze Nederland aandeden, was in 1965, toen nog in F-11F-1 Tigers. De Blue Angels vliegen strak, dicht op elkaar en symmetrisch. Er zijn maar een paar teams in de wereld die kunnen wedijveren met de Amerikanen. De eenheid werd net na de Tweede Wereldoorlog opgericht om voor positieve publiciteit voor de marine te zorgen. De naam stamt niet van de kleur van hun vliegtuigen maar van de Blue Angel nachtclub in Manhattan, waar de eerste showvliegers in 1946 belandden. In die jaren vlogen ze nog in F6F Hellcats. Het waren luchtacrobaten in propellervliegtuigen. De eerste commandant, Roy Marlin (Butch) Voris, had uitgeblonken tijdens de oorlog, en nog steeds moeten de Blue Angels uitblinkers zijn. De zes vliegers hebben er allemaal meer dan tweeduizend vlieguren op zitten en maken vijftien vluchten per week in hun Hornets. Sinds de oprichting van de Blue Angels zijn 23 vliegers bij airshows of trainingsvluchten om het leven gekomen.